Doorgaan naar content

Knettergekke War Child actie: 1000km in 2 dagen

Toen begin januari de oproep kwam van Geert en Fopke om 1.000 kilometer langs de grens te fietsen voor War Child, heb ik me direct opgegeven. Ergens in het achterhoofd knaagde nog wel de vraag of het mogelijk was om zo lang achter elkaar te fietsen, maar dat was een mooie grens om te gaan verkennen. Na een uitgebreide voorbereiding met lange duurritten, puzzelen aan de route en het samenstellen van een indrukwekkend voedselpakket – stonden we op 20 juni om 05:00 uur klaar bij Spaak. Vijf renners, één doel.

Een verslag van Jochem Dijkstra

Dag 1 – Van Groningen naar Aachen (550 km)

De eerste kilometers reden we de opkomende zon tegemoet, terwijl de mist boven de weilanden langzaam optrok. Ondanks de frisse start (9 graden) reden we heerlijk soepel door de eerste provincies. De route door Drenthe was prachtig, met brede fietspaden door het Bargerveen en uitzicht op jaknikkers en Duitse windmolens. De motards begeleidden ons veilig door het verkeer zodat we vlot door konden rijden.

 

Via Denekamp (pannenkoekenlunch!) en Gronau reden we richting Kleve, waar we na 375km genoten van pizza’s zo groot als fietswielen. De Garmin lag er even een km uit, maar wilde gelukkig weer opstarten. In Venlo hadden we na 455km de eerste abandon. In het donker reden we met vier man verder door de Limburgse heuvels, langs dronken fietsers en overtverlaten wegen. Rond 02:30 uur bereikten we Aachen, waar we onder luid gejuich vanaf een terras werden onthaald. Tijd voor een korte douche en een paar uur slaap.

Dag 2 – Van Aachen naar Scheveningen (450 km)

Om 07:00 uur stonden we alle vijf weer klaar met de fiets. De klim naar het Drielandenpunt en het gebrek aan slaap brak begon zijn tol te eisen: Geert moest lossen en stapte in de volgauto en 50km later moest ook Manno opgeven. Met drie man en twee motards vervolgden we onze weg langs de Maas. De hitte begon toe te slaan, het zitvlak protesteerde, en de schouders zaten vast. Maar de flow bleef, zelfs toen we bijna de waterstop op een camping misten.

Na een pannenkoekenlunch in het smoorhete Reusel sloot een verfriste Geert weer bij ons aan. Maar met 750km in de benen en een temperatuur die alleen maar verder leek toe te nemen begon het steeds zwaarder te worden. Een onverwachte pauze bij een Belgisch gezin – met tuinslang, chips en een dutje op het gazon – gaf ons nieuwe energie. In Ossendrecht wachtten ijsjes en een zak ijs voor in de bidons. De route langs de Westerschelde was adembenemend, maar de wind op de Oosterscheldekering was genadeloos. Gelukkig verzachtte een prachtige zonsondergang het afzien.

 

Rond middernacht reden we door het industriële hart van Rotterdam, verlicht door petrochemische installaties. In Vlaardingen hadden we een laatste stop met water en snacks, waarna we de duinen in doken. Wat normaal een prachtig gebied is, voelde nu als een donker doolhof met dronken jongeren.

De finish

Om 03:00 uur ’s nachts bereikten we de Pier van Scheveningen. Na 52 grensovergangen, ruim 33 uur in het zadel, liters sportdrank en de nodige zadelpijn, werden we onthaald met alcoholvrije champagne. Niet veel later konden we eindelijk douchen, nog wat eten en nagenieten – maar vooral slapen!

 

Deze tocht was meer dan een sportieve prestatie. Het was het opzoeken van onze fysieke grenzen, sterven en weer opleven, elkaar erdoorheen slepen, doorzettingsvermogen en bovenal een fantastische bijdrage aan een goed doel dat kinderen in conflictgebieden een betere toekomst biedt.