Zondag 16 augustus ben ik om 19.15 uur gestart in startgroep P om met nog 6000 andere lichtgestoorde fietsers te gaan fietsen vanuit het Velodrome, nabij Parijs, naar Brest. In Brest draaien we dan weer om en gaan bijna dezelfde route weer terug. Vervolgens kom je dan na 1230 kilometer verwerkt te hebben uitgeput aan bij de wielerbaan. Gaaf en een bijna niet te beschrijven ervaring.
De startgroep P was ongeveer 300 rijders groot en het eerste uur gingen we als een groot peloton door de omgeving. Al snel viel de duisternis in en gingen de koplampen schijnen, achterlichten op rood en het verplichte reflecterende hesje aan. Bijzonder om met zoveel onbekenden de nacht in te gaan in een omgeving die je niet kent. Geen navigatie bij je, geen kaart, alleen maar bordjes met een pijl en het woord Brest die je de juiste richting wijzen. Eigenlijk wel spannend en dat voelde ik goed in hoofd, schouders en armen.
Helaas zie je onderweg ook mindere dingen; een valpartij met erg en een rijder die onwel is geworden.
De eerste controle doet zich aan en een vrijwilliger wijst je perfect de weg. Voor mij is alles nog nieuw: Hoe loopt alles bij de controle? Waar kan ik eten en drinken krijgen? Kan ik mijn fiets niet afgesloten laten staan en wie let op. Vragen die vanzelf beantwoord worden. Ook wennen is de omgeving, voor mijn gevoel geen meter plat. Het is op en af, geen moment kom ik in een goed ritme. Totaal anders dan fietsen in Nederland.
Tegen de ochtend komt het eerste gevoel van slaap opzetten en dat kan ook na 11 uur fietsen. Maar waar ga ik slapen en hoe lang? Niet te lang want ik wil weer op tijd terug zijn. Rijdend door een dorp zie ik een bankje voor een kerk, dat wordt de plek voor een dutje. Fiets tegen muur, helm af, emergency bivy uitgepakt, schoen uit en in de bivy kruipen. Wel hard zo’n bank maar toch val ik even in slaap. Half uur later weer klaar wakker, bivy inpakken, schoenen aan, helm op, wat drinken en weer op de fiets. Inmiddels heeft de volgende zich al weer gemeld voor het bankje.
De hele maandag fietsen we door met weer een kort dutje van nog geen half uur rond het middaguur. Het loopt deze dag nog niet echt lekker en laat in de avond besluit ik om bij een controlepost echt te gaan slapen. Ik krijg voor 3 euro een bed toegewezen in een groet sporthal waar inmiddels al tientallen liggen te snurken, zagen, zuchten, kreunen, steunen en dromen. Ik geef aan dat ik graag om vier uur gewekt wil worden. En zo gebeurde. Snel aankleden, een Snelle Jelle in de mik, een slok water er achteraan en gelukkig zat er nog een fles sap in de zak van mijn shirt. Half vijf draaien de pedalen weer.
De pedalen blijven draaien deze dag, de kilometers rollen onder de wielen door, het weer is fantastisch, rij bijna elke meter solo richting Brest, het loopt als een speer. Op het juiste moment een goede bakker die heerlijke koek heeft, prachtige uitzichten, mooie dorpjes, publiek langs de weg dat iedereen aanmoedigt, gratis water, koffie of thee in elk dorp. Een euforische dag met een mooie binnenkomst in Brest.
Na bijna 400 kilometer vind ik het voor vandaag genoeg en bij een controle wil ik weer een bed. Nu voor 7 euro op een vierpersoonskamer met twee zagende Duitsers en een Engelsman die ook in bed nog ligt te fietsen liggend onder een kriebelende deken. Half een in bed en om drie uur weer gewekt. Hetzelfde ritueel als gisteren maar nu loopt het niet. Zware benen, snel alweer slaap maar ik wil toch echt vandaag finishen. Dit wordt een lange dag.
Gelukkig meldt Cedric zich, een fransman die goed Engels spreekt, en samen fietsen we kilometers al kletsend over uiteraard fietsen, richting Parijs. Ook Michael sluit zich bij ons aan. Hij fiets een beetje raar want hij heeft al vele kilometers problemen met zijn rug en hangt daardoor half naast zijn fiets. Als ik dat zie klaag ik niet meer over mijn ongemakken. Tot de laatste controle in Dreux fietsen we gezamenlijk op.
Nu nog 60 te gaan. Wat een hel wordt dat. We raken elkaar uit het oog in het donker, ik raak volledig op, ik zie mensen van vermoeidheid de berm in rijden, een andere rijder ziet bijna niets meer maar ik wil nu niet meer gaan slapen. Ik blijf trappen, drinken, een laatste koek, even de benen strekken en weer gaan.
Een bord met daarop de tekst: nog 10 kilometer tot de finish. Wat zijn dat lange kilometers. Eindelijk de lichten van het Velodrome, Het is rond half twee in de nacht en het regent, ik passeer de finish en er is niets, helemaal niets. Leegte, een hele grote leegte. Geen emotie want daar is geen energie meer voor in mijn lichaam.
Van een vrijwilligster krijg ik een warme maaltijd, een flesje water en een muffin. In stilte en ik denk met een hele lege blik in mijn ogen eet ik om twee uur in de nacht mijn voorlopig laatste pasta maaltijd.
De volgende ochtend kom ik terug in het Velodrome voor een warme douche (na de finish had ik geen puf voor een douche) en zie vele mensen met een lege blik in hun ogen zittend achter hun plastic bakje pasta die zij na de finish hebben gekregen van een vrijwilliger. Nu komt bij mij de emotie. Ik heb het geflikt binnen de 78,5 uur.