Lang lagen ze in de verte. Nevelig blauw, de toppen van de Vogezen aan de einder. Continu de wetenschap dat we daar overheen moesten. De eerste serieuze, qua lengte dan toch, beklimmingen waren dan toch ineens daar. Na drie cols ineens in het zonovergoten Rijndal. Uitzicht op wijnranken, kastelen, vakwerkhuizen. Maar zo lieflijk als het er hier uit ziet, was de rit niet. Hoewel het weer een topdag was!
Klokken
Ik word wakker van gebeier van klokken. Wat? Is het al zo laat? Het blijkt zes uur in de ochtend te zijn. Rare jongens, die Brulangezen. Om zo’n matineus tijdstip vol de kerkklokken te luiden. Enfin, na een topontbijt bij een alleraardigste gastvrouw op pad. Een zonnetje lacht ons tegemoet.
Weer golvend groene heuvels. Ik zie de hele tijd die Windows achtergrond voor me. Ook al is dat California, zo weet ik, de foto had ook op vele willekeurige plekken in Noord-Frankrijk genomen kunnen zijn.
Good Morning Legs!
Jens Voigt, markant wielrenner die net zijn fiets aan de wilgen heeft gehangen, praatte met zijn benen. Of liever gezegd, zij schreeuwden tegen hem. Over het algemeen dat hij ze niet zo’n pijn moest doen in een van zijn vele lange ontsnappingen. Zijn mantra, inmiddels op T-shirt verkrijgbaar: “Shut up legs!”
Bij de eerste heuveltjes die opdoemden trachten mijn benen me ook duidelijk te maken dat ze hier niet zo gediend van waren in de vroege ochtend. Meteen weer aan de bak. Ik besloot ze te kalmeren met een vriendelijke groet: “Good morning legs!”
Zwart-gele brigade
We rijgen de naamloze dorpjes waar het krimpspook letterlijk rondwaart aaneen. Een bordje, een kruising, drie mannen op een terras die ons verbaasd gadeslaan en dat is het dan weer. Op naar de volgende vlek. De weg slingert zich als een kronkelend lint door het landschap en wij zwart-gele brigade daar zoemend overheen.
We zien roofvogels cirkelen boven een akker. Ligt daar een karkas? Of zijn ze afwachtend naar onze uitgemergelde benen aan het einde van de dag? We razen door. Langs een prachtig vennen gebied. De associatie met de Peel dringt zich op.
Donon
Dan moeten we er zo langzaam maar zeker toch aan geloven. De eerste col van de tocht, de Donon. Tijdens het voorspel springt Ewold weg. Paul en ik volgen. Ello blijft even bij Julien. Een afdaling volgt en dan een stukje vlak. Ello komt bij Paul en mij en we rijden door. De Donon heeft een oneindig lange vals platte aanloop. We doen om de beurt kop. Op een iets stijgender stuk trek ik even schofterig hard door. Paul laat lopen, verstandig. Ello en ik rijden kop over kop verder. We krijgen Ewold in het vizier.
Gedrieën rijden we verder, maar dat klinkt gebroederlijker dan het is. De Grote Strijd ontbrandt. Het is buitengewoon onverstandig om tijdens zo’n meerdaagse zo hard te gaan koersen, maar wie heeft het over verstand? Dit zijn dartele veulens die in de eerste lentezon worden losgelaten in de wei. Dartele veulens op leeftijd, dat wel, maar ja, we blijven jongens.
Ello plaats een splijtende demarrage. We volgen. Ello plaatst nog een splijtende demarrage. Ik pas. Dit is me te heftig. Ewold gaat met hem mee. Ik bungel er achteraan maar hou tempo. Ik zie ze iets vertragen en tergend langzaam weet ik het gat te dichten. Decimeter voor decimeter. Ello ziet me bijkomen, Ewold heeft geen idee. Dan, onverwacht, geeft Ello een teken dat hij dit spelletje niet meer meespeelt. Hij laat ons gaan.
Klimmen
Ik rij verder met Ewold. Die verbaasd omkijkt dat niet Ello maar ik in z’n wiel zit. In een flink tempo. De percentages zijn inmiddels niet vals plat meer, maar het is een echte klim geworden. En dat klimmen, dat is maar een rare bezigheid. Je kijkt er de hele dag naar uit, en als het dan zover is, blijkt het vooral pijn, zweet, ademnood en brandende benen te betekenen. Leuk joh!
Klimmen. Een rare hallucinante combinatie van macht, onmacht, pijn, euforie, deprimerende gedachten, het gevoel te vliegen en diepe existentiële zelftwijfel. En dat alles wisselend per pedaalslag.
Grote Strijd
Geen tijd voor filosofische bespiegelingen. De Grote Strijd gaat verder. Ik schakel op en plaats een stevige versnelling. Mijn vermogenmeter geeft voor mij ongezonde waarden aan maar die Ewold wil maar niet lossen. Ik trek nog een tijd lang op een hoog tempo door, maar hij weigert af te geven. Dan maar samen naar de top. Ik vlas op een plan om hem te vloeren. Ik weet het niet meer. Uiteindelijk doemt de col op, ik schakel juist wat kleiner en weet met een venijnig sprintje de morele overwinning in de wacht te slepen. Ello, Paul en Julien volgen daarachter.
Na een heerlijke afdaling wachten Hans en Jacinta op een prachtplekje met de lunch. Even de voorraden aanvullen. Dan weer op pad voor pièce de résistance nummer twee.
Struthof
Daar geven Ewold en Ello meteen een beetje gas, zij het met beleid. Ik volg op een achterstand, die constant blijft, dus ik besluit dat ik het gat dan maar net zo goed kan dichten. Op een steil stuk trekt Ewold door, Ello daarachter, en ik besluit nu verstandig te zijn en me niet met de debatten te bemoeien. Bovenop wint Ello de sprint van Ewold. Arme Ewold.
Onderweg komen we langs Struthof. Een oud concentratiekamp. Een lugubere link met het doel waarvoor we fietsen, War Child. Dat dit nooit meer mag voorkomen! En al zeker niet in het leven van kinderen. Extra motivatie.
Op reserve klimmen valt me niet mee. Het is lastig een ritme te vinden. Ik hou me dan maar bezig met een verstekeling. Een zwart-rood kevertje dat kilometers op mijn stuur meelift. Die pakt de bus naar een volledig andere microkosmos!
We zijn nu voor het eerst boven de duizend meter. Voor mij ook de eerste keer dit jaar. Altijd weer een momentje…..
Kreuzweg
Als toetje van de dag de niet al te lange Kreuzweg. Die z’n naam gelukkig geen eer aan doet. Het is een goed lopend colletje. Maar er meteen na een afdaling aan beginnen is geen genoegen. Ello en Ewold gooien andermaal het gas erop. Ik besluit andermaal niet te volgen. Hoewel, ik kom na een paar honderd meter in m’n ritme en ga een flink tempo draaien. Maar ik zie het gat niet kleiner worden, integendeel. Die geven flink gas! Dan maar weer met mezelf verder. Op de top wint Ewold de sprint van Ello. De prijzen zijn rechtvaardig verdeeld vandaag.
Paul en Julien komen niet lang daarna prima boven en gezamenlijk storten we ons naar het Rijndal. Daar gaan we nog even in TGV modus: de zwart-gele trein raast door. Om aan te komen bij een allerlieflijkst hotel waar een communiefeest aan de gang is. Welnu, wij hadden vandaag onze eerste plechtige duizender van de tocht.
Mooi verhaal wederom, al is het maar omdat ik mooie herinnering bewaar aan Col Donon die ik tijdens fietsvakantie met een goede vriend in 1979 (geloof ik) beklom. Het is geen hoge col, maar wel een hele mooie! Ben dezelfde col jaren later ook een keer afgedaald. Succes met de ritten en het beste voor alle vijf!