Achter zijn spiegelende zonnebril glazen loert hij naar de rugnummers van zijn tegenstanders. De man staat achteraan, om voor de start gevaarlijke getallen in het hoofd te prenten. Hij herkent ze: 2, 3, 12 en 20. De concurrenten. Nu nog een ezelsbruggetje. De Gaul!-renner besluit om op elke aanval van een renner met een twee op de rug te reageren. Dan maakt hij kans.
Het zijn de Gaul!-clubkampioenschappen in Groningen. Op de Gerard Gibcusbaan wordt gestreden om een titel waar sommigen lacherig over doen, maar daarmee juist het belang van de overwinning benadrukken. Clubkampioen is een titel waar het hele jaar mee gepronkt wordt. Dat weet de man met zonnebril zelf maar al te goed.
Enkelen houden zich vast aan de railing, reeds ingeklikt, om snel na start het tempo de hoogte in te jagen. Anderen controleren nog even de bandendruk. Slim, in Bas Seldenrijks geval. Hij vervangt snel een binnenbandje, luttele seconden voor vertrek. Hij heeft nauwelijks acht bar in de banden gepompt en het startsignaal is al afgegeven.
Als een zwerm wespen vliegen ze kriskras uit de startblokken. Zwart-gele Gaulisten, bijna dertig in totaal. De man met spiegelende zonnebril glazen probeert het vroeg in de koers, maar blijft niet weg en als zijn concurrenten Ello Van Gelderen (20), Albert de Vries (2) en Sjors Beukeboom (3) wel wegspringen, lijkt een Gaulistendroom niet in vervulling te gaan.
Tot een handvol rondes voor het eind, als het gaatje tussen het peloton en de kopgroep tot enkele honderden meters beperkt wordt. Hij eet het bordje van drietal andere Gaul!-coureurs leeg om vervolgens samen met Seldenrijk de sprong te wagen. Met succes. Wat volgt is een spannende finale, met demarrages over en weer. Het kost Seldenrijk de kop.
Vier man strijden in de laatste ronde om drie podiumplekken. Door een vlijmscherpe acceleratie van De Vries, zijn Van Gelderen (vierde) en Beukeboom (derde) gezien. De Groninger, die al duizenden rondjes op de Gerard Gibcusbaan gereden heeft, ziet in zijn ooghoeken de man met spiegelende zonnebril glazen naderen.
Vlak voor de streep drukt hij zijn voorwiel net iets voor die van De Vries uit. Er is een nieuwe clubkampioen en hij zet zijn zonnebril af. Zijn ogen verschijnen en glunderen. Het is Sebastiaan van der Meer.