Pontificaal op de voorste rij terwijl het vallen van de rode vlag het einde van de geneutraliseerde zone aangeeft. We zitten in de eerste stijgende meters naar Berdorf. Jorrit spuit meteen achter de wegrijdende motor aan, twee andere tanige renners in z’n wiel. Iemand naast me roept ‘Grupetto!’ Dat lijkt me een beter idee.
Ik maak flink tempo, maar niet te flink. Renners komen me links en rechts voorbij, toch weet ik me redelijk voorin te handhaven. De klim vlakt wat af. Even de druk van de benen. Ik weet immers wat komen gaat. Tussen de rotsen door naar een strook van 10%. Rammen nu. Mijn adem piept en giert. Als een slecht afgestelde stoommachine hijg ik me naar boven.
Start
Maar eerst de ochtend. In ons licht fanatisme om vooraan in het startvak te staan betreden we een klein uur voor de start een vrijwel leeg marktplein in Echternach. Qua fietsers dan toch. Licht besmuikt stellen we ons op achter een denkbeeldige startstreep. Hij moet namelijk nog getrokken worden. Dat vooraan staan gaat lukken! Zie ook dit filmpje met een leuke impressie van de dag.
Allengs sluiten zich meer fietsers bij ons aan. We vullen het uur voor de start met kletsen, het laatste toiletbezoek, het uitdoen van overtollige kleding en bij tijd en wijle een stille contemplatie over het afzien dat komen gaat.
Prijs
De speaker van dienst komt naar me toe en vraagt hoe groot de Gaul! delegatie dit jaar is. Gelukkig waren we voor de start Tjalling tegengekomen, die de tussenstand op 14 brengt. Want 13….. Fietsers blijven bijgelovig he. De speaker meldt dat dit ons wederom de prijs voor grootste groep gaat opleveren. Top, de eerste prijs van de dag is alvast binnen.
Wat die dag gaat brengen, weet ik niet. De voorbereiding was niet ideaal. Wel qua training, ook qua rust, maar de afgelopen week ben ik geplaagd door een verkoudheid waarbij de holtes goed vastzaten. Of en hoe dat gaat doorwegen, geen idee……
Parcourskennis
Het eerste idee krijg ik op de klim naar Berdorf met longen die klinken als een slecht gesmeerde ketting. De benen willen wel, maar ergens zit een begrenzer op mijn ademhaling. Bovenop een klein gaatje met de eerste groep. Maar de komende afdaling ken ik als mijn broekzak, dus ik heb vertrouwen dat we dat wel dichtpieren. Ik zet me op kop van een groepje om tempo te maken.
Ik stort me als een slechtvalk in de afdaling. Seingevers fluiten voor een bocht maar ik weet dat je die zonder remmen kunt nemen. Ik zie de groep voor me dichterbij komen. Ik zet alles op alles. Beneden is de eerste groep nog maar een meter of zeventig voor me. Punt is, ik kijk achterom en ik zie niemand meer. Mijn hele groepje is verdwenen. Opgelost. Volkomen losgereden in de afdaling. Je kunt kennelijk ook teveel parcourskennis hebben.
Peloton
Ik besluit dat het gekkenwerk is om op het vlakke in mijn eentje een gat te willen dichten naar een grote groep. Dus ik leg mijn handjes op het stuur en wacht tot de achteropkomende groep me inhaalt. Daarin ook Sylvie, onze kopvrouw, aangezien ze vorig jaar al podium reed. Ik zijg even neer in de boezem van het peloton. Bijkomen. Het tempo is niet dusdanig dat we de eerste groep nog gaan inhalen. Jammer dan.
Langzaam maar zeker schuif ik naar voren om me een beetje te bemoeien met het kopwerk. Het is moeilijk om organisatie op gang te krijgen. Teveel mensen vinden het prima dat anderen het kopwerk opknappen. Op een gegeven moment zie ik Sylvie ook kopwerk doen. Dat verbied ik haar. Ze moet zich tenslotte sparen. Helemaal naar die wijze raad luisteren, doet ze evenwel niet.
Gralingen
We malen de kilometers weg naar de tweede klim van de dag naar Gralingen. Een krengetje dat langer doorloopt dan je lief is. Weer maak ik geluiden als een astmatische mijnwerker. Maar ik probeer me enigszins in de groep te handhaven. Dat lukt.
Dan een korte afdaling, een klimmetje naar Hoscheid en dan een lange afdaling richting dal. Die ligt er nat bij. Ik geef gas maar als ik wil bijremmen voor een bocht merk ik dat mijn remmen, laten we zeggen, suboptimaal functioneren door het natte wegdek. Mmmmm. Ik heb nou niet meteen een Wuytsiaanse daver op het lijf, maar het maakt me iets voorzichtiger, ook omdat ik weet dat deze afdaling een paar nare bochten bevat.
Sylvie komt me onder het slaken van de kreet ‘Jeej, lekker dalen’ voorbijgesneld. Het daaropvolgende beeld is dat van een dame in het prachtige zwart-gele Gaul! tenue die op kop van de groep naar beneden dendert met in haar wiel een stel kerels die in gedachten om hun moeder roepen. Gek wijf. Veel later realiseer ik me dat ze schijfremmen heeft. Dat biedt wel enigszins voordeel ja.
Bourscheid
Dan de lange en niet per se makkelijke klim naar Bourscheid. Weer krampen mijn longen samen. Ik probeer enigszins reserve te houden –de klim is een aantal kilometers lang- en tegelijk goed in de groep te blijven. Langzaam echter sijpelen de krachten weg. Ik moet Sylvie laten gaan. Goede nieuws, de dame die ook bij ons de groep zat, concurrente van Sylvie dus, is nergens meer te bekennen.
Bovenop geef ik gas om bij een groepje te komen. Dat lukt. Want de eerdergenoemde parcourskennis doet me beseffen dat we nu op een hoogvlakte vol in de wind gaan draaien. Daar wil je coute que coute in een groep zitten. Ik maak tempo want de groep met Sylvie is niet al te ver weg. Misschien kan ik haar nog helpen.
Garmin
In een bocht knalt mijn Garmin uit de houder op de grond. GVD! In een split second besluit ik dat ik een apparaat van 300 euro niet op de grond laat liggen. Ik keer om, raap ‘m op en zie mijn groepje aan de einder verdwijnen. GVD kwadraat!
In mijn eentje er naar toe proberen te rijden is zinloos, dus voor de tweede keer vandaag wacht ik op de groep achter me. Daar zit het tempo gelukkig goed in. Het is vol koers. Wat heet, de boel wordt met de straffe wind in geen tijd in waaiers getrokken. Ik zit in de tweede waaier. De foute dus. Ik zet mijn frustratie om in adrenaline en kracht en ram mijn groep naar de eerste waaier toe. Samensmelting.
Benen
Ik word omgeven door kerels met imposante benen met spieren als staalkabels. En dat dan nog eens versierd met indrukwekkende tattoos. Je zou er geïmponeerd van raken. Rij ik hier tussen?
Sterker nog, ik bemoei me flink met de debatten om aansluiting te zoeken bij de door de wind links en rechts gedrapeerde groepjes voor ons. Een op papier makkelijker stuk van het parcours wordt zomaar een pittige episode.
In afdalingen storten we ons zonder aarzelen naar beneden. Ik hoop maar dat mijn Garmin nu wel blijft zitten. We komen langs een stoplicht bij werkzaamheden waarvoor we van te voren met handtekening verklaard hebben dat te zullen respecteren. Maar een collectief geheugenverlies maakt zich van ons meester. Pelotons laten zich niet tegenhouden, zeker niet door een stoplicht. Overigens is het ook een hoop fuzz om niets, want verkeertechnisch is het geen enkel probleem dat we even rond een bescheiden kuil rijden terwijl er geen tegenligger in de buurt is.
Onze jacht loont, want we sluiten weer aan bij de groep voor ons. Sylvie verklaart dat ze het wel gezellig vindt. Dan de korte en venijnige klim bij Bissen. In de parcoursverkenning twee weken geleden heb ik hier de zevende tijd op Strava neergezet. Dat is na vandaag wel over.
Klimmen
Dan doemt de eerste van twee pieces de resistance rond de 100 kilometer op. Twee beklimmingen van enkele kilometers met hier en daar stijgingspercentages van tien-plus. Tot nu toe heb ik me fysiek niet top gevoeld, maar ik besluit alle trainingen en de koers tot nu toe eer aan te doen. Alles geven en zien waar het schip strand. Op de beklimming probeer ik uit alle macht bij de groep te blijven.
Dat lukt wonderwel. Het is tandenknarsen en bijten, maar het lukt. Op de tweede beklimming zie ik Sylvie echter wegzakken. Ze verliest de aansluiting. Op de top neem ik een beslissing. Ze zit te ver achter me om erop te wachten. Haar concurrentie ligt ver achter, dus ik besluit door te rijden. Ze gaat het wel redden. Misschien komt ze zelfs nog wel terug in onze groep.
Klootzak
Ik wentel me weer in het peloton. Eten, drinken. De voorraden aanvullen. Vanaf nu ga ik link koersen. Dat wil zeggen, geniepig meebollen met de groep en geen meter kopwerk doen. Ik laat me even rustig meevoeren. Vandaag even een asociale klootzak. Ook de verpakking van mijn gelletjes gooi ik overboord. Normaal stop ik die netjes in mijn truitje. Maar vandaag even niet. I plead guilty. Ik ga wel te biecht.
Ik schraap mijn bronchiën schoon. Dat klinkt als een rochelende neanderthaler maar dat past wel in een wielerpeloton. Dikke klodders slijm komen boven. Dat scheelt gewicht en lucht. Wie zei het ook al weer: ‘De mens is een speling van het lot en verder niets dan slijm en gal’?
Een klein momentje voor de omgeving. Door de bomen zie ik de drie karakteristieke zendmasten van Junglinster. Herinneringen aan wandeltochten met de middelbare school.
We kruisen de weg Echternach-Luxemburg. Oh, wat deed die weg vorig jaar pijn tijdens de meer dan ziedende start. Nu nog slechts veertig kilometer naar de meet met niet al te lastige beklimmingen.
Een jongen voor me eet een reep en dropt het cellofaantje nietsvermoedend en geheel spontaan op mijn neus. Het papiertje blijft pront op mijn gezicht geplakt. Ik moet er wel om lachen en verwijder het onder dankzegging aan de afzender.
Op een langere niet al te steile klim –hoewel nu iedere stijgende meter best wel pijn doet zeg maar- ontwaar ik voor ons een Gaulist. Wie kan dat zijn? Jorrit, zo blijkt. Die hoort daar niet te zitten. Jorrit blijkt de pechvogel van de dag met drie aanvaringen waarbij mensen zijn wiel aantikten. Later wordt het nog erger als in een afdaling iemand voor Jorrit de bocht niet kan houden en hij er niet afdoende omheen kan. Gelukkig slechts een schaafwond op de knie.
De laatste klim
We tellen de beklimmingen af. Ik verbaas me over het gebrek aan stuurvaardigheid van sommige medecoureurs. Slingerend en zwalkend hijsen ze zich naar boven. Strak rechtdoor is echt makkelijker en korter hoor.
De laatste klim doemt op. Ik merk dat ik er doorheen kom. Waar ik eerst op m’n tanden moest bijten om me aan de staart van de groep te handhaven, klim ik nu makkelijk mee. Voor zover het woord makkelijk gebruikt mag worden na 130 kilometer koers door het Groothertogdom.
Op de laatste klim zet ik me op kop. Even de boel achter me pijn doen. Misschien kunnen we nog een schifting forceren voordat we de laatste tien vlakke kilometers aanvangen. Er waaien inderdaad mensen af. Dat geeft toch wel even een fijn gevoel. De sadist in me wordt wakker.
Dan vol in de afdaling. Op een iets vlakker stuk verlies ik andermaal mijn Garmin. Het is niet waar! Weer terug, maar nu heb ik nog wel een soort van aansluiting met de groep. Ik negeer zo’n beetje alles wat bocht is in de afdaling. In een rechte lijn naar de renners voor me.
Finale
Ik haal mijn doelstelling, namelijk echte aansluiting bij de groep voordat de weg weer vlak gaat lopen. In die groep is het tempo ronduit gezapig te noemen. Een laffe 32 km/h. Dat vind ik onacceptabel dus ik plaats een soort van demarrage. Eigenlijk niet eens met het doel te demarreren, maar om de boel wakker te schudden en het tempo op te jagen. Monosyllabische oerkreten achter me maken me duidelijk dat men me ook niet wil laten wegrijden. Maar de groep is wakker geschud. Ik ga weer linkmiechelen en sluit me andermaal op in het peloton.
De brug die de laatste kilometer aankondigt doemt op. Deze groep is te groot en te goed om uit weg te rijden, dus ik ‘beperk’ me tot attent voorin rijden om zo dicht mogelijk te eindigen. We denderen de bocht om en een seingever van dienst ontwaakt uit zijn siesta, of liever gezegd conversatie met een plaatselijke schone. Daardoor krijgen we wat aan de (te) late kant door dat we rechts in plaats van links van de dranghekken moeten rijden. Ik duik met een ninja-achtige reflex tussen twee hekken naar de goede kant. Dan vol de sprint aan. 99e! Doelstelling was top 100……
Gaul!
En verder? Verder helpt Jorrit na zijn val Sylvie op weg naar haar overwinning bij de dames! Evert wordt 2e bij de zestigplussers en zijn Jakob en Mark op een knappe 47e en 70e plaats geëindigd. En dit natuurlijk los van alle andere verhalen, koersbelevingen, waargemaakte en uiteengespatte dromen van de andere vermetele Gaulisten.
Samen mogen we de trofee voor grootste en meest sympathieke –aldus de speaker- groep in ontvangst nemen. Compleet met zoenen van de dochter van Charly Gaul…….