Mijn benen staan in brand, mijn longen barsten uit de ribbenkast, mijn vermogensmeter geeft waarden aan waarvan ik weet dat ze nooit heel lang in beeld kunnen blijven. En we zijn nog maar luttele licht stijgende kilometers onderweg in La Charly Gaul, een wedstrijd van 165 km over de Luxemburgse heuvels, traditioneel de kers op de taart voor veel Gaulisten.
Mijn hele lichaam schreeuwt, maar mijn verstand luistert even niet. Dat staat uit. Iets in mij perst druppels wilskracht uit mijn instinct om me vast te klampen aan het wiel voor me. In een onvermoede vlaag van luciditeit kijk ik om en zie dat we een gat hebben. Normaal is dat fijn. Nu niet. Aan de andere kant van het gat namelijk zit Ivo, de man met een missie in wiens dienst ik vandaag rij.
K.O.E.R.S!
Ik laat me uitzakken, kortstondig de extreem hoge druk van de benen. Daarna weer vol in de beugels om de tweede groep met kopman weer naar de kop van de wedstrijd te rijden. Weer gaat alles in de brand. We hebben een K, we hebben een O, een E, een R en een S. Het is KOERS! Met kapitalen ja. De inspanningen mogen echter niet baten. Het gat met de kopgroep wordt geen centimeter kleiner. Dat doet van au. Fysiek en mentaal niet minder.
Dan herpakken. We hebben nog steeds een missie. Een jaar geleden heb ik beloofd Ivo te helpen. Als kervers lid van de categorie 50 plussers is zijn ambitie om in dat echelon minimaal de top 10 en liefst een podiumplaats te halen. Daar heeft hij eengeweldig toffe en succesvolle actie voor War Child (doneren kan nog!) aan gekoppeld. Een initiatief dat ik graag mentaal en fysiek ondersteun. Vandaag offer ik me dus op voor Ivo. Datzelfde geldt voor Daan, Martien en Stan.
Parcourskennis
Samen met andere Gaulisten, waaronder de nimmer versagende turbolocomotief Ello hou ik het tempo hoog. Dan besluit ik me toch even in de groep terug te laten zakken. Even bijkomen van de onverantwoorde inspanningen in de beginfase van de wedstrijd. Dan doemt het bordje Reisdorf op.
Parcourskennis heeft zo z’n voordelen: ik weet dat vlak na dit dorpje een lastig klimmetje volgt. Ik raap Ivo op uit de groep en commandeer hem in mijn wiel te blijven. Sylvie volgt. Sylvie is sinds een week onze kopvrouw. Als nieuw talent wist ze zomaar een derde plaats te rijden in de zeer lastige wedstrijd van de Criquelion. Dat schept verwachtingen voor vandaag. Ik draai als eerste de klim op en geef af, het is nu even aan de rest. Sylvie en haar vrouwelijke nemesis pakken die handschoen op. Verbeten stuiven ze naar boven.
Criquelion
Het klimmen gaat niet beroerd. Ik sta er al een stuk beter voor dan een week geleden. In diezelfde Criquelion heb ik namelijk na 80 van de 160 km de remmen dichtgeknepen. Leeg, op, zonder energie en zeker zonder moraal. Ik had 2 hypotheses. Eén: een vakantie van drie weken zonder fietsen heeft mijn duurvermogen aangetast. Twee: de intensieve training van 1200 km in de drie opvolgende weken in combinatie met een meer dan fikse verkoudheid heeft mijn energie ondermijnd.
Trainer Harm houdt het op optie twee en laat die diagnose per mail vergezeld gaan van de juiste opbeurende woorden. Welke dat zijn, dat is tussen trainer en pupil…… Na een week rust gaat het nu op het uur u in ieder geval een stuk beter.
Sleutelklimmen
In de afdaling monster ik de groep, haal Ivo achterin op en rij hem naar voren. Dan volgen tien relatief vlakke kilometers. Een groep komt uit de achtergrond en spoelt als een golf over ons pelotonnetje heen. Niet rustig bijkomen dus, alert blijven en de posities voorin handhaven.
Enkele kilometers voor Eisenbach, start van een van de drie langere sleutelklimmen van de dag, herhalen we het recept weer: samen met Ello en Daan ga ik op commando van Stan hard aan kop van het peloton rammen om Ivo en Sylvie als eersten af te zetten op de smalle beklimming. Die bovendien start met een meer dan haakse bocht naar links.
Ik pak een tempo en zie Ivo aan de einder verdwijnen. Hele meutes fietsers denderen over mij en mijn ego. Gelukkig kan dat een stootje hebben. Dit seizoen is een tussenjaar. Na in 2013 een lang gekoesterde droom –van kust naar kust in de VS– gerealiseerd te hebben even geen ambitieuze fietsdoelen. Ivo helpen is het devies, ik hoef zelf geen topprestatie te leveren vandaag. Anders dan mijn spreekwoordelijke ballen eraf draaien voor Ivo dan toch.
Om dat helpen binnen handbereik te houden, dwing ik mezelf tot een nog wel acceptabel tempo. Ik hou de kop van de groep met Ivo en Sylvie in het vizier. Een kleine 20 minuten klimmen later zit ik samen met Ello in een groep op circa 100 meter. Ello herinnert me terecht aan de wielerwet dat wij even geen trap teveel doen. Onze koplieden zitten tenslotte in de groep voor ons. Anderen denken daar natuurlijk anders over en zij brengen ons keurig terug naar groep 2.
Ondertussen zit daar natuurlijk nog een groep met een slordige honderd klasbakken voor die op de eerste beklimming uit Echternach aan de horizon zijn verdwenen. Ook daarin is Gaul! gelukkig vertegenwoordigd. Onder andere met Ewold, die ineens zomaar kans op het podium maakt bij de 50+, zo realiseer ik me.
Vals plat
Terug naar mijn realiteit in de koers. In de afdaling schuif ik door wat later dan de rest te remmen naar voren. Ik weet dat een stuk vals plat omhoog komt en daar kan ik wellicht helpen voorkomen dat er meer mensen uit de achtergrond terugkeren. Als we dat stuk opdraaien lig ik in 30e positie. Ik rij iedereen voorbij en nestel me op kop. Rammen!
Precies op dit stuk ging vorige week een knop om. Na de teleurstellende Criquelion ging ik met Ivo een stuk van het parcours van de Charly Gaul verkennen. De eerste beklimming was nog steeds slappe hap bij me. Ook op dit stuk nietszeggend vals plat reed Ivo moeiteloos weg. Totdat er iets in de krochten van mijn bewustzijn gebeurde. Dit kon toch niet! Ik schakelde bij, raapte Ivo op en ramde in een heerlijk ritme de licht stijgende kilometers weg. Dat zijn zo van die onverklaarbaar bepalende momenten in het mentale leven van een wielrenner.
Rol
Samen met Daan en Ello hou ik het tempo weer hoog. Andermaal op weg naar een steil stukkie. Daar verlies ik het contact met de groep enigszins, maar nu weet ik dat er een stuk komt waar dat terug te winnen valt. Ik zie Richard voorbij komen. Die is ook aan een toprit bezig!
Hij en Evert, Gaul! troef in de categorie 60+ zitten met mij op een gaatje met de groep voor ons. Ik weet dat er richting Mont St. Nicolas een kleine afdaling komt waarin we dat goed kunnen maken. Ik maak vaart en schreeuw in tamelijk directieve termen dat ze me moeten volgen. Met succes, we weten weer aan te sluiten. Als je de rol van helper hebt, moet je ‘m ook met verve spelen. Dus dan ook maar rijden voor iedereen met het zwart-gele Gaul! tenue.
Aanloop
De volgende twintig kilometers bieden mogelijkheid tot enig herstel. Tegelijkertijd rijst in mij de wetenschap dat ik in de daaropvolgende lange en steile klim niet meer de scherpte zal hebben om te volgen. Ik heb niet de topvorm en het razende tempo in het begin en het werk erna eisen de energieinvestering met rente terug. Dan me nog een laatste keer nuttig maken.
Samen met Ello -had ik al gezegd dat die nimmer versaagt?- en Daan hou ik het tempo stevig hoog. Tweeënveertig-kilometer-per-uur stevig hoog. Op mijn vermogensmeter zie ik al lang voor de klim minuten lang waarden staan waarmee ik normaal een berg op rij. De komende beklimming wordt dus op voorhand verdubbeld. Dat gaat van au doen!
Voordat het zover is heb ik voor de vierde maal vandaag het genoegen met de koplieden Sylvie en Ivo in mijn wiel als eerste een beklimming op te draaien. De groep voor ons is niet te zien, dus in ons mini-koers-universum even niet bestaand. Motorrijders banen voor ons een verkeersvrij pad. Ik voel me als een matineus schip dat het eerste zog in stil water trekt. De weg ontmaagden.
Achter de koers
Ivo kletst over me heen en danst weg. In zijn spoor vele anderen. Stan steekt zijn duim naar me op en ik kan niet ontkennen dat me dat goed doet. Missie zoveel mogelijk volbracht, het is nu aan Ivo. Ik puf me naar boven. Even niet meer de kracht om echt onder uit de kast te gaan.
Boven sluit Gaulist Alexander aan. We pakken een bidon bij bevoorrader Jan (de held van de dag). Dan verder. De nieuwe missie is uitrijden. Want ook al kan mijn uitslag me niets schelen, ik wil niet twee weken op rij een ‘did not finish’ achter mijn naam krijgen. Zoiets kan zomaar negatieve wortel schieten in je moraal. Bovendien start nu de training voor seizoen 2015.
Ineens zijn we in een ander universum. Er zijn maar enkele wielrenners te zien. De motorbegeleiding is weg. In Beaufort moeten we ons door het autoverkeer heen wurmen. Is het nog wel koers? Af en toe een verkeersregelaar en een bordje bevestigen dat we nog steeds de Charly Gaul fietsen. We rapen Daan op. Die heeft het ook gehad.
Uitrijden
Samen rijden we verder. Daan en Alexander volgen mijn klimtempo niet echt, dus ik besluit een plaspauze te houden. Dat is echt het teken dat je niet meer aan de wedstrijd meedoet. Even later buigen Daan en Alexander af. Zij nemen de korte weg naar Echternach. Ik volhard in mijn voornemen de tocht uit te rijden.
Na een aantal stille, eenzame en nauwelijks noemenswaardige kilometers komt er een groepje over me heen gedenderd. Ik ben nog wielrenner -en wellicht ook slim- genoeg om mijn wagonnetje meteen aan te haken. Met zo’n groep gaat het een stuk soepeler. Op het vlakke bungel ik achterin en op de beklimmingen blijk ik met anderen het tempo aan te geven.
We zijn nu wel in een fase waarin ik iedere beklimming vervloek, terwijl ik er normaal toch wel vrolijk van wordt. Het is aftellen naar de zestiende en laatste beproeving. Dan de laatste tien kilometers naar de finish. We rapen Gaulisten Marco en Evert op.
Gelukkig zijn in onze groep een paar mannen zo dom op lang en hard op kop te rijden. Bedankt! Ik draai een beetje mee, maar vooral om het wiel te houden als ze onverantwoord hard overnemen en van de groep dreigen weg te rijden.
Dan het viaduct dat de laatste 1200 meter aankondigt. Evert dreigt op een gat te komen te zitten met twee man voor hem. Ik blijf vast in mijn rol als helper vandaag, ik schreeuw hem toe me te volgen en rij het gat voor hem dicht. Helaas mist hij net het podium bij de 60 plus. Een lekke band eerder in de koers had hem uit de groep geworpen.
En daar voor?
Daar voor wordt Ivo meer dan keurig zevende, verovert Sylvie de 2e plaats bij de vrouwen (goede reeks!) en is Ewold in zijn eerste cyclo sinds jaren de derde 50 plusser. En krijgen we als Gaul! andermaal naast een afzichtelijke trofee vele dankwoorden en complimenten voor de grote en enthousiaste afvaardiging waarmee we de tocht vernoemd naar onze naamgever hebben opgeluisterd. Meer dan dertig Gaulisten, meer dan dertig verhalen. Dit was de koers van een knecht.
Deze blog verscheen eerder op de persoonlijke blog van Floris.