Als een moeder op een stadsfiets, met twee boodschappentassen aan het stuur. Bellend naar huis, telefoon tussen schouder en oor, dat ze eraan komt.
Zo omschreef Richie Porte de pedaaltred van Chris Froome. De quote is al bijna een klassiek wielerverhaal. Afgelopen vrijdag in de proloog van de Giro liet Froome zien hoe pijnlijk precies de vergelijking van Porte is. Die Pinarello zat hem in de weg, een menshoge sprinkhaan op een kinderfiets.
‘Weet jij waar je was toen Froome de Ventoux op rende?’
Ik was in voorbereiding op de Spelen in Rio, op trainingskamp in Alkmaar. De middagtraining was net achter de rug. Ik liep de woonkamer van ons verblijf in, waar de baanwielrenners van de olympische equipe met open mond naar de televisie keken. ‘Jabik moet je zien, Froome rent de Ventoux op’.
Ik keek en had meteen spijt. Daar zagen we de geletruidrager in zijn meest intieme paniek, op wielerschoentjes de Ventoux op hollen.
Als Bernard Hinault op een slotklim met een motard zou botsen, dan zou hij:
- Het oogwit laten schitteren onder borstelige wenkbrauwen;
- De motard neerslaan;
- Een passerende wielrenner tot stilstand manen;
- De fiets van de renner in kwestie invorderen;
- Op een enorm verzet de aansluiting maken;
- De weifelende kopgroep ter plekke laten;
- Winnen;
- Hierna zou hij punt 1 herhalen.
Wat zet Froome daar tegenover? Een (op zich niet slechte) imitatie van de betrapte overspelige buurman die met zijn onderbroek op de enkels de straat op vlucht.
Op zijn best kan een wielrenner op de fiets schoonheid en kracht uitstralen. De oogstrelende demarrage van Michael Valgren in de Amstel Gold Race kreeg extra reliëf door de harkende Kreuziger erachter.
Een wielrenner zonder fiets is lelijk en hulpeloos. Een coureur in zwembroek op het strand. Joop Zoetemelk die zich vergeefs een keer probeert op te trekken aan de rekstok. Chris Froome rennend op wielerschoentjes, wanhopig drukkend op het knopje van zijn communicatie.
Chris Froome, zuigend aan zijn ventolin-puffer, zijn ogen bollen op, de pezen van zijn nek zijn zichtbaar.
Ik hoop dat Diego Ulissi in de Giro zijn gram gaat halen. In 2012 had Diego, net als Froome, te veel salbutamol in zijn bloed. De Italiaan ging te biecht bij de UCI en verklaarde dat hij een fout had gemaakt. Dat is goed knaapje, zei de UCI. Tien weesgegroetjes en negen maanden niet fietsen.
Froome niet. Die fietst nog steeds. Met z’n boodschappentassen.
Maar in de komende etappes in de Giro zal Ulissi met twintig meter voorsprong op de finish af stormen. Hij graait in zijn achterzak en haalt daar tot verbazing van het journaille geen speen uit, maar een lichtblauwe ventolin-inhalator. En met die tussen de tanden gaat hij breed grijnzend over de meet.
Maar dat zal wel een illusie zijn.
Mooi verwoord – ik moest oogwit hierna even laten schitteren onder de borstelige wenkbrauwen!!